19.1 Balans per 31 december 2023
(na resultaatbestemming)
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| ACTIVA | ||||
| Beleggingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland | 1 | |||
| Aandelen | 222.565 | |||
| Vastrentende waarden | 448.630 | |||
| Derivaten | 0 | |||
| Overige beleggingen | 18.541 | |||
| 689.736 | ||||
| Herverzekeringsdeel technische voorzieningen | 2 | 201 | ||
| Vorderingen en overlopende activa | 3 | 208 | ||
| Overige activa | 4 | 529 | ||
| TOTAAL ACTIVA | 690.674 | |||
| PASSIVA | ||||
| Algemene reserve Pensioenkring Aon Groep Nederland | 5 | 208.612 | ||
| Technische voorzieningen | ||||
| Voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland | 6 | 478.191 | ||
| Derivaten | 7 | 3.070 | ||
| Overige schulden en overlopende passiva | 8 | 801 | ||
| TOTAAL PASSIVA | 690.674 |
19.2 Staat van baten en lasten
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|||
|---|---|---|---|---|
| BATEN | ||||
| Premiebijdragen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland | 9 | 599 | ||
| Beleggingsresultaten risico Pensioenkring Aon Groep Nederland | 10 | 41.230 | ||
| Baten uit herverzekering | 11 | 201 | ||
| Overige baten | 12 | 26 | ||
| TOTAAL BATEN | 42.056 | |||
| LASTEN | ||||
| Pensioenuitkeringen | 13 | 13.415 | ||
| Pensioenuitvoeringskosten | 14 | 528 | ||
| Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland | 15 | |||
| Pensioenopbouw | 4 | |||
| Toeslagverlening | 0 | |||
| Rentetoevoeging | 11.649 | |||
| Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten | -13.317 | |||
| Wijziging marktrente | 16.592 | |||
| Wijziging actuariële grondslagen | 0 | |||
| Wijziging uit hoofde overdracht van rechten | 464.324 | |||
| Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen | -1.262 | |||
| 477.990 | ||||
| Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen | 16 | 201 | ||
| Saldo herverzekering | 17 | -143 | ||
| Saldo overdrachten van rechten | 18 | -658.547 | ||
| Overige lasten | 19 | 0 | ||
| TOTAAL LASTEN | -166.556 | |||
| Saldo van baten en lasten | 208.612 | |||
| Bestemming van het saldo van baten en lasten | ||||
| Algemene reserve Pensioenkring Aon Groep Nederland | 208.612 | |||
| Totaal saldo van baten en lasten | 208.612 |
19.3 Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode.
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|||
|---|---|---|---|---|
| KASSTROOM UIT PENSIOENACTIVITEITEN | ||||
| Ontvangsten | ||||
| Ontvangen premiebijdragen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland |
549 | |||
| Ontvangen in verband met overdracht van rechten | 658.425 | |||
| Ontvangen uitkeringen van herverzekeraars | 169 | |||
| Overige inkomsten | 12 | |||
| 659.155 | ||||
| Uitgaven | ||||
| Betaalde pensioenuitkeringen | -12.967 | |||
| Betaald in verband met overdracht van rechten | -22 | |||
| Betaalde pensioenuitvoeringskosten | -436 | |||
| Afdracht inzake weerstandsvermogen | -1.265 | |||
| Overige uitgaven | 0 | |||
| -14.690 | ||||
| Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten | 644.465 | |||
| KASSTROOM UIT BELEGGINGSACTIVITEITEN | ||||
| Ontvangsten | ||||
| Directe beleggingsopbrengsten voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland | 3.452 | |||
| Verkopen en aflossingen van beleggingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland | 361.152 | |||
| 364.604 | ||||
| Uitgaven | ||||
| Aankopen beleggingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland | -1.002.236 | |||
| Betaalde kosten van vermogensbeheer | -318 | |||
| -1.002.554 | ||||
| Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten | -637.950 | |||
| Netto kasstroom | 6.515 | |||
| Koers-/omrekenverschillen | 0 | |||
| Mutatie liquide middelen | 6.515 | |||
| Liquide middelen per 1 mei | 0 | |||
| Liquide middelen per 31 december | 6.515 | |||
| Mutatie liquide middelen | 6.515 | |||
| Waarvan: | ||||
| Voor risico pensioenkring (4) | 529 | |||
| Binnen de beleggingsportefuille | 5.986 | |||
| Liquide middelen per 31 december | 6.515 | |||
| Liquide middelen binnen de beleggingsportefeuille: | ||||
| - Cash collateral | 2.918 | |||
| - Liquide middelen bij de vermogensbeheerder | 3.068 | |||
| Totaal (1) | 5.986 |
19.4 Toelichting financiële opstelling Pensioenkring Aon Groep Nederland
Algemeen
Activiteiten
Pensioenkring Aon Groep Nederland, is een pensioenkring met een eigen afgescheiden positie binnen Stichting Algemeen Pensioenfonds Stap (Stap). Pensioenkring Aon Groep Nederland is op 1 mei 2023 opgericht en is ontstaan na een collectieve waardeovername vanuit Stichting Pensioenfonds Aon Groep Nederland in liquidatie (SPAGN). Deze collectieve waardeovername betreft actieven, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden.
Het doel van Pensioenkring Aon Groep Nederland is het nu en in de toekomst verstrekken van uitkeringen aan pensioengerechtigden en nabestaanden voor ouderdom en overlijden. Tevens verstrekt Pensioenkring Aon Groep Nederland uitkeringen aan arbeidsongeschikte deelnemers. De Belastingdienst hanteert voor Stap (inclusief de pensioenkringen) één fiscaal nummer. Daarom treedt Stap voor bepaalde geldstromen, zoals uitkeringen, als kassier op voor Pensioenkring Aon Groep Nederland. Pensioenkring Aon Groep Nederland geeft invulling aan de uitvoering van de pensioenregeling van de aangesloten onderneming.
Pensioenkring Aon Groep Nederland is op 1 mei 2023 opgericht. Daarom zijn er geen vergelijkende cijfers van toepassing.
Overeenstemmingsverklaring
De financiële opstelling is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW en met inachtneming van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving. Het bestuur heeft op 5 juni 2024 deze financiële opstelling vastgesteld.
Referenties
In de balans en de staat van baten en lasten zijn referenties opgenomen waarmee wordt verwezen naar de toelichting.
Grondslagen
Algemene grondslagen
Alle bedragen in de financiële opstelling van Pensioenkring Aon Groep Nederland zijn vermeld in € 1.000, tenzij anders is aangegeven.
Continuïteitsveronderstelling
De financiële opstelling van Pensioenkring Aon Groep Nederland is opgesteld met inachtneming van de continuïteitsveronderstelling. Voor de toelichting op de continuiteit wordt verwezen naar de toelichting op het eigen vermogen.
Opname van een actief of een verplichting
Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar Pensioenkring Aon Groep Nederland zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Verantwoording van baten en lasten
Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld.
Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde.
De baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben.
Saldering van een actief en een verplichting
Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen.
Vreemde valuta
Functionele valuta
De financiële opstelling van Pensioenkring Aon Groep Nederland is opgesteld in euro's, zijnde de functionele en presentatievaluta van Pensioenkring Aon Groep Nederland.
Transacties, vorderingen en schulden
Transacties in vreemde valuta gedurende de verslagperiode zijn in de financiële opstelling van Pensioenkring Aon Groep Nederland verwerkt tegen de koers op transactiedatum. Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro's tegen de koers per balansdatum. De uit de afwikkeling en omrekening voortvloeiende koersverschillen komen ten gunste of ten laste van de staat van baten en lasten.
De koersen van de belangrijkste valuta in euro's zijn:
| 31 december 2023 | Gemiddeld 2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| USD | 0,9053 | 0,9249 | ||
| GBP | 1,1540 | 1,1498 | ||
| JPY | 0,0064 | 0,0066 |
Schattingswijziging
De financiële opstelling is in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW opgesteld en dit vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten.
De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld.
Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende posten in de financiële opstelling. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien, en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
Voor Pensioenkring Aon Groep Nederland hebben er na de start van de pensioenkring geen schattingswijzigingen plaatsgevonden.
Dekkingsgraden
De feitelijke dekkingsgraad van Pensioenkring Aon Groep Nederland wordt berekend door op balansdatum het pensioenvermogen te delen door de technische voorzieningen zoals opgenomen in de balans.
De reële dekkingsgraad wordt berekend als de dekkingsgraad gedeeld door de grens voor Toekomst Bestendig Indexeren (TBI-grens) per 30 september 2023. De TBI-grens per 30 september van een jaar is bepalend voor het besluit of volledig toeslag op basis van Toekomstig Bestendig Indexeren kan worden toegekend.
De beleidsdekkingsgraad is gebaseerd op het rekenkundig gemiddelde van de dekkingsgraden over de laatste 12 maanden. Voor de bepaling van de beleidsdekkingsgraad zijn overeenkomstig de richtlijnen van DNB ook de dekkingsgraden van Stichting Pensioenfonds Aon Groep Nederland in liquidatie meegenomen. Bij de bepaling van de beleidsdekkingsgraad wordt steeds gebruik gemaakt van de meest actuele inschatting van de betreffende dekkingsgraden.
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
Beleggingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland
Algemeen
De beleggingen worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Onder waardering op actuele waarde wordt verstaan: het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn.
De waardering van participaties in beleggingsinstellingen geschiedt tegen actuele waarde. Voor beursgenoteerde beleggingsinstellingen is dit de marktnotering per balansdatum. De waardering in niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen geschiedt tegen de netto vermogenswaarde per balansdatum, die is gebaseerd op de actuele waarde.
Slechts indien de actuele waarde van een belegging niet betrouwbaar kan worden vastgesteld vindt waardering plaats op basis van geamortiseerde kostprijs.
Verwerking van waardeveranderingen van beleggingen
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen.
Aandelen
Beursgenoteerde aandelen en participaties in beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen marktwaarde, zijnde de marktnotering per balansdatum. De waardering in niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen geschiedt tegen de netto vermogenswaarde per balansdatum, die gebaseerd is op de actuele waarde.
Vastrentende waarden
Beursgenoteerde vastrentende waarden en participaties in beursgenoteerde beleggingsinstellingen zijn gewaardeerd tegen marktwaarde, zijnde de marktnotering per balansdatum.
Indien vastrentende waarden of participaties in beleggingsinstellingen niet-beursgenoteerd zijn, vindt waardebepaling plaats op basis van de geschatte toekomstige netto kasstromen (rente en aflossingen) die uit de beleggingen zullen voortvloeien, contant gemaakt tegen de ultimo boekjaar geldende marktrente en rekening houdend met het risicoprofiel (kredietrisico; oninbaarheid) en de looptijden.
De beleggingen in het MM Dutch Mortgage Fund en het ASR Mortgage Fund - met NHG-garantie worden gekwalificeerd als beleggingen waarvan de waarde is vastgesteld op basis van een waarderingsmodel. De bepaling van de waarde van de hypothecaire vorderingen binnen de onderliggende hypotheekfondsen geschiedt door de toekomstige contractuele kasstromen te verdisconteren en rekening houdend met vervroegde aflossingen.
De lopende interest op vastrentende waarden wordt gepresenteerd als onderdeel van de marktwaarde van de vastrentende waarden.
Derivaten
Derivaten worden gewaardeerd op marktwaarde, te weten de relevante marktnoteringen of, als die niet beschikbaar zijn, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme en toetsbare waarderingsmodellen.
Indien een derivatenpositie negatief is wordt het bedrag onder de schulden verantwoord.
Overige beleggingen
Overige beleggingen worden gewaardeerd op marktwaarde. De actuele waarde van niet-beursgenoteerde participaties in beleggingsinstellingen is gebaseerd op het aandeel dat Pensioenkring Aon Groep Nederland heeft in het eigen vermogen van de betreffende beleggingsfondsen per balansdatum.
Onder de overige beleggingen worden tevens vorderingen en schulden voor de beleggingen gepresenteerd.
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
Bij de waardering worden de bij een verzekeraar verzekerde pensioenuitkeringen contant gemaakt met de rentetermijnstructuur en de actuariële grondslagen van Pensioenkring Aon Groep Nederland.
Conform RJ 610 paragraaf 224 is de latente vordering op de verzekeraar gelijkgesteld aan het herverzekeringsdeel technische voorzieningen. De kredietwaardigheid van de verzekeraar is dusdanig dat het bestuur van mening is dat een eventueel kredietrisico niet significant is en daardoor afwaardering voor het kredietrisico niet benodigd is.
Vorderingen en overlopende activa
Vorderingen en overlopende activa worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden vorderingen gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten) onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid.
Overige activa
Liquide middelen worden tegen nominale waarde gewaardeerd. Onder de liquide middelen zijn opgenomen die kas- en banktegoeden die onmiddellijk opeisbaar zijn dan wel een looptijd korter dan twaalf maanden hebben. De liquide middelen van tegoeden in verband met beleggingstransacties behoren niet tot de overige activa.
Algemene reserve Pensioenkring Aon Groep Nederland
De algemene reserve van Pensioenkring Aon Groep Nederland wordt bepaald door het bedrag dat resteert nadat alle actiefposten en posten van het vreemd vermogen, inclusief de voorziening pensioenverplichtingen voor risico van Pensioenkring Aon Groep Nederland en overige technische voorzieningen, volgens de van toepassing zijnde waarderingsgrondslagen in de balans zijn opgenomen.
Technische voorzieningen
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland
De voorziening pensioenverplichtingen voor risico van Pensioenkring Aon Groep Nederland wordt gewaardeerd op actuele waarde (marktwaarde). De actuele waarde wordt bepaald op basis van de contante waarde van de beste inschatting van toekomstige kasstromen die samenhangen met de op balansdatum onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen.
Onvoorwaardelijke pensioenverplichtingen zijn de opgebouwde nominale aanspraken en de onvoorwaardelijke (toezeggingen tot) toeslagen. De contante waarde wordt bepaald met gebruikmaking van de marktrente, waarvoor de actuele rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB wordt gebruikt.
Bij de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is uitgegaan van het op de balansdatum geldende pensioenreglement en van de over de verstreken deelnemersjaren verworven aanspraken. Jaarlijks wordt door het bestuur besloten of toeslagen op de opgebouwde pensioenaanspraken worden verleend. Alle per balansdatum bestaande besluiten tot toeslagverlening (ook voor besluiten na balansdatum voor zover sprake is van ex-ante- condities) zijn in de berekening begrepen. Er wordt geen rekening gehouden met toekomstige salarisontwikkelingen.
De actuariële grondslagen en veronderstellingen van Pensioenkring Aon Groep Nederland zijn vastgesteld conform de bepalingen in de Pensioenwet, waarbij rekening wordt gehouden met de voorzienbare trend in overlevingskansen.
De berekeningen voor de voorziening verzekeringsverplichtingen zijn uitgevoerd op basis van de volgende actuariële grondslagen en veronderstellingen:
- De voorziening pensioenverplichtingen wordt berekend als de contante waarde van de op de balansdatum opgebouwde pensioenen inclusief de eventueel op 1 januari toe te kennen verhoging in verband met toeslagverlening.
- Voor arbeidsongeschikte deelnemers wordt de voorziening pensioenverplichtingen voor het arbeidsongeschikte deel berekend als de contante waarde van de op de pensioendatum in uitzicht gestelde pensioenen bij een tot die datum voortgezette pensioenopbouw.
- Voor mannen en vrouwen is gebruik gemaakt van de door het Koninklijk Actuarieel Genootschap gepubliceerde Prognosetafel AG2022. Om rekening te houden met het gegeven dat de populatie van de pensioenkring af kan wijken van de totale populatie waarop de prognosetafel is gebaseerd, worden leeftijdsafhankelijke correctiefactoren op de sterftekansen toegepast.
- De leeftijd per berekeningsdatum wordt vastgesteld in maanden nauwkeurig, waarbij de geboortedatum gelijk wordt gesteld aan de 1e dag van de geboortemaand.
- Het leeftijdsverschil tussen man en vrouw wordt gesteld op 3 jaar. Het leeftijdsverschil tussen vrouw en man wordt gesteld op 3 jaar.
- De reservering voor partnerpensioen wordt voor pensioendatum bepaald op basis van partnerfrequenties. Na pensioendatum wordt uitgegaan van een bepaalde partner.
- Voor het latent wezenpensioen wordt 1,0% van de voorziening pensioenverplichtingen voor het latent nabestaandenpensioen van actieve, premievrije en arbeidsongeschikte deelnemers gereserveerd.
- Ter dekking van toekomstige administratiekosten en excassokosten (uitvoeringskosten) is een separate kostenvoorziening gevormd.
- Als rekenrente voor de voorziening pensioenverplichtingen wordt de rentetermijnstructuur per 31 december van het betreffende boekjaar zoals die door DNB is gepubliceerd gehanteerd.
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
Bij de waardering worden de verzekerde pensioenuitkeringen contant gemaakt met de rentetermijnstructuur en de actuariële grondslagen van Pensioenkring Aon Groep Nederland.
Overige schulden en overlopende passiva
Overige schulden en overlopende passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd op reële waarde. Na eerste verwerking worden schulden gewaardeerd op geamortiseerde kostprijs (gelijk aan de nominale waarde indien geen sprake is van transactiekosten).
Kortlopende schulden hebben een looptijd korter dan één jaar.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat
Algemeen
De in de staat van baten en lasten opgenomen posten zijn in belangrijke mate gerelateerd aan de in de balans gehanteerde waarderingsgrondslagen voor beleggingen en de technische voorzieningen. Zowel gerealiseerde als ongerealiseerde resultaten worden rechtstreeks verantwoord in het resultaat van het betreffende boekjaar.
Premiebijdragen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland
Onder premiebijdragen wordt verstaan de aan derden in rekening gebrachte c.q. te brengen bedragen voor de in het verslagjaar verzekerde pensioenen. Premies zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Beleggingsresultaten risico Pensioenkring Aon Groep Nederland
Indirecte beleggingsopbrengsten
Onder de indirecte beleggingsopbrengsten worden verstaan de gerealiseerde en ongerealiseerde waardewijzigingen en valutaresultaten. In de financiële opstelling van Pensioenkring Aon Groep Nederland wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. Alle waardeveranderingen van beleggingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als beleggingsopbrengsten in de staat van baten en lasten opgenomen. (In)directe beleggingsresultaten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Directe beleggingsopbrengsten
Onder de directe beleggingsopbrengsten worden in dit verband rentebaten en -lasten, dividenden, huuropbrengsten en soortgelijke opbrengsten verstaan.
Dividend wordt verantwoord op het moment van betaalbaarstelling.
Kosten vermogensbeheer
Onder kosten vermogensbeheer worden de kosten voor fiduciair beheer verstaan. Deze kosten worden verantwoord op basis van de opgave van de vermogensbeheerder.
Verrekening van kosten
Met de directe en indirecte beleggingsopbrengsten zijn verrekend de aan de opbrengsten gerelateerde transactiekosten, provisies, valutaverschillen en dergelijke. Deze kosten worden verantwoord op basis van de opgave van de vermogensbeheerder.
Mutatie weerstandsvermogen
De mutatie weerstandsvermogen betreft het afgedragen bedrag aan Stap. In geval van een storting wordt deze als last verantwoord en in geval van vordering als bate. De financiering van het weerstandsvermogen vindt plaats door:
- Een opslag van 0,2% op de pensioenpremie;
- Een opslag van 0,2% op de koopsom bij een collectieve waardeoverdracht, danwel vanuit de vrijval van de kostenvoorziening;
- Een afslag van 0,2% op het bruto beleggingsrendement bij autonome groei van het belegd vermogen;
- Een onttrekking ter grootte van 0,2% van de wettelijke overdrachtswaarde bij inkomende individuele waardeoverdrachten;
- Saldering van het rendement op het belegde weerstandsvermogen ten gunste of ten laste van het bruto beleggingsrendement;
- Een onttrekking als gevolg van een uitgaande collectieve waardeoverdracht.
Pensioenuitkeringen
De pensioenuitkeringen betreffen de aan deelnemers uitgekeerde bedragen inclusief afkopen. De pensioenuitkeringen zijn berekend op actuariële grondslagen en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Pensioenuitvoeringskosten
De pensioenuitvoeringskosten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Stap berekent kosten door aan Pensioenkring Aon Groep Nederland. Het gaat daarbij om de volgende componenten:
- Uitvoeringskosten pensioenbeheer: administratiekostenvergoeding voor de pensioenadministratie bij TKP en meerwerk-activiteiten die conform afspraak worden doorbelast.
- Exploitatiekosten Stap: vaste bedragen die op maandbasis in rekening worden gebracht en kosten gemaakt door derde partijen die conform gemaakte afspraken worden doorbelast.
- Overige pensioenuitvoeringskosten die conform afspraak door de pensioenkring danwel een aangesloten werkgever worden betaald.
Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland
Pensioenopbouw
Bij de pensioenopbouw zijn aanspraken en rechten over het boekjaar gewaardeerd naar het niveau dat zij op balansdatum hebben.
Toeslagverlening
Het toeslagbeleid van Pensioenkring Aon Groep Nederland is onvoorwaardelijk voor actieve deelnemers. Gedurende het deelnemerschap wordt aan deelnemers met een actief dienstverband uit deelnemersgroep 1 (deelnemers aan de voormalig eindloonregeling 2015) per 1 april van het betreffende jaar een toeslag verleend van 2%. Gedurende het deelnemerschap wordt aan deelnemers met een actief dienstverband uit deelnemersgroep 2 (deelnemers aan de pensioenregeling op basis van middelloon 2014) per 1 januari van het betreffende jaar een toeslag verleend die gelijk is aan de loonindex bij werkgever Aon Groep Nederland B.V.
Bij de pensioenkring is daarnaast sprake van voorwaardelijke toeslagverlening voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers op basis van de consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens. Deze toeslag kan niet meer bedragen dan 4% en kan niet negatief zijn.
Rentetoevoeging
De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 8/12e van 3,764% op basis van de éénjaarsrente van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur van april 2023.
Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten
Vooraf wordt een actuariële berekening gemaakt van de toekomstige pensioenuitvoeringskosten (met name excassokosten) en pensioenuitkeringen die in de voorziening pensioenverplichtingen worden opgenomen. Deze post betreft de vrijval voor de financiering van de kosten en uitkeringen van het verslagjaar.
Wijziging marktrente
Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de technische voorzieningen herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder het hoofd wijziging marktrente.
Wijzigingen actuariële grondslagen
Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien voor de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van veronderstellingen voor sterfte, langleven en arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen, zowel voor de gehele bevolking als voor de populatie van de pensioenkring.
De vaststelling van de toereikendheid van de voorziening pensioenverplichtingen is een inherent onzeker proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van schattingen en oordelen door het bestuur. Het effect van deze wijzigingen wordt verantwoord in het resultaat op het moment dat de actuariële uitgangspunten worden herzien.
Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten
Een resultaat op overdrachten kan ontstaan doordat de vrijval van de voorziening pensioenverplichtingen plaatsvindt op basis van de actuariële grondslagen van Pensioenkring Aon Groep Nederland, terwijl het bedrag dat wordt overgedragen gebaseerd is op de wettelijke factoren voor waardeoverdrachten. De tarieven van Pensioenkring Aon Groep Nederland wijken af van de wettelijke tarieven.
Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen
De overige mutaties ontstaan door mutaties in de aanspraken door overlijden en pensioneren.
Saldo herverzekeringen
De inkomende en uitgaande geldstromen worden gesaldeerd opgenomen en verantwoord in de periode waarop de herverzekering betrekking heeft.
Saldo overdrachten van rechten
De post saldo overdrachten van rechten bevat het saldo van bedragen uit hoofde van overgenomen dan wel overgedragen pensioenverplichtingen.
Overige baten en lasten
Overige baten en lasten zijn toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is volgens de directe methode opgesteld. Alle ontvangsten en uitgaven worden hierbij als zodanig gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en beleggingsactiviteiten.
De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen onder de overige activa, de liquide middelen en de op korte termijn zeer liquide activa onder de overige beleggingen. De op korte termijn zeer liquide activa zijn die beleggingen die zonder beperkingen en zonder materieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie kunnen worden omgezet in geldmiddelen.
19.5 Toelichting op de balans per 31 december 2023
ACTIVA
1. Beleggingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Aandelen | 222.565 | |
| Vastrentende waarden | 448.630 | |
| Derivaten | 0 | |
| Overige beleggingen | 18.541 | |
| Totaal | 689.736 |
| (bedragen x € 1.000) | Aandelen | Vastrentende waarden | Derivaten | Overige beleggingen | Totaal | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Stand per 1 mei 2023 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
| Aankopen | 434.619 | 558.569 | -3.352 | 12.400 | 1.002.236 | |||||
| Verkopen | -232.917 | -128.208 | -27 | 0 | -361.152 | |||||
| Herwaardering | 20.863 | 18.269 | 309 | 155 | 39.596 | |||||
| Overige mutaties | 0 | 0 | 0 | 5.986 | 5.986 | |||||
| Stand per 31 december 2023 | 222.565 | 448.630 | -3.070 | 18.541 | 686.666 | |||||
| Schuldpositie derivaten (credit) | 3.070 | |||||||||
| Totaal | 689.736 |
In 2023 heeft de fondsbeheerder de structuur van een aantal beleggingsfondsen vereenvoudigd. Voor Pensioenkring Aon Groep Nederland betekende dit dat beleggingen in bepaalde ‘feeder’ fondsen verkocht werden en dat voor dezelfde waarde werd belegd in het ‘master’ fonds. Pensioenkring Aon Groep Nederland behield daarmee dezelfde onderliggende beleggingen. De hier uit voortvloeiende transacties zijn in bovenstaande overzicht mee genomen als verkoop respectievelijk aankoop (voor aandelen betrof dit 220,7 miljoen, voor vastrentende waarden 128,2 miljoen). Daarnaast heeft van de totale aankopen een bedrag van 652.212 betrekking op de CWO waarde
De overige mutaties bij overige beleggingen bestaan uit toe- en afname van liquide middelen binnen de beleggingsportefeuille en de mutaties binnen de vorderingen en schulden voor de beleggingen, die onder de overige beleggingen worden gepresenteerd.
Het economisch risico ligt bij Pensioenkring Aon Groep Nederland. Het juridisch eigendom is ondergebracht bij Stap.
Aandelen
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Beursgenoteerde en niet beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in aandelen | 222.565 | |
| Totaal | 222.565 |
De pensioenkring belegt niet in de werkgever.
Ultimo boekjaar zijn er geen posities binnen de betreffende beleggingscategorie met een belang groter dan 5%.
Vastrentende waarden
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Obligaties | 219.924 | |
| Niet-beursgenoteerde beleggingsinstellingen die beleggen in vastrentende waarden | 134.604 | |
| Hypothekenfondsen | 94.102 | |
| Totaal | 448.630 |
De waarde in de Hypothekenfondsen betreffen beleggingen in het MM Dutch Mortgage Fund en het ASR Mortgage Fund - met NHG-garantie.
Ultimo boekjaar bedragen de volgende posten meer dan 5% van de betreffende beleggingscategorie:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Duitse staatsobligaties | 134.562 | 30,0% | ||
| Nederlandse staatsobligaties | 64.169 | 14,3% | ||
| Totaal | 198.731 | 44,3% |
De totale waarde van de beleggingen in het MM Dutch Mortgage Fund bedraagt 81.170 en is meer dan 5% van de totale beleggingscategorie. De beleggingen in deze vastrentende waarden zijn uiteindelijk verspreid over meerdere beleggingsfondsen.
Derivaten
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Rentederivaten | -3.070 | |
| Totaal | -3.070 |
In de bovenstaande weergave zijn zowel de positieve als de negatieve derivatenposities meegenomen. In 2023 is er alleen sprake van negatieve derivatenposities. Een toelichting op de derivatenposities is opgenomen in de paragraaf Risicobeheer.
Overige beleggingen
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Money Market fund | 12.555 | |
| Cash collateral | 2.918 | |
| Liquide middelen bij de vermogensbeheerder | 3.068 | |
| Totaal | 18.541 |
De vorderingen en schulden op beleggingen zijn kortlopend.
Ultimo boekjaar bedragen de volgende posten meer dan 5% van de overige beleggingen:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| BlackRock ICS Euro Liquidity Fund | 4.863 | 26,2% | ||
| Morgan Stanley Euro Liquidity Fund | 4.344 | 23,4% | ||
| Fidelity Institutional Liquidity Fund PLC | 3.348 | 18,1% | ||
| Totaal | 12.555 | 67,7% |
Securities lending
Pensioenkring Aon Groep Nederland participeert niet in securities lending programma's.
Schattingen en oordelen
Zoals vermeld in de toelichting zijn de beleggingen van Pensioenkring Aon Groep Nederland gewaardeerd tegen actuele waarde per balansdatum en is het over het algemeen mogelijk en gebruikelijk om de actuele waarde binnen een aanvaardbare bandbreedte van schattingen vast te stellen. Voor sommige andere financiële instrumenten, zoals beleggingsvorderingen en -schulden, geldt dat de boekwaarde de actuele waarde benadert als gevolg van het korte termijnkarakter van de vorderingen en schulden. De boekwaarde van alle activa en de financiële verplichtingen op balansdatum benadert de actuele waarde.
Voor de meerderheid van de financiële instrumenten van Pensioenkring Aon Groep Nederland kan gebruik worden gemaakt van afgeleide marktnoteringen. Echter, voor de onderliggende beleggingen binnen het MM Dutch Mortgage Fund en het ASR Mortgage Fund - met NHG-garantie wordt gebruik gemaakt van waarderingsmodellen en -technieken, inclusief verwijzing naar de huidige reële waarde van vergelijkbare instrumenten. De tabel is gebaseerd op de levelindeling van het beleggingsfonds waarin wordt belegd. Op basis van de boekwaarde kan het volgende onderscheid worden gemaakt:
| (bedragen x € 1.000) | Genoteerde marktprijzen | Afgeleide markt-noteringen |
Waarderings-modellen | Overig | Totaal | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Aandelen | 0 | 222.565 | 0 | 0 | 222.565 | |||||
| Vastrentende waarden | 219.923 | 134.604 | 94.102 | 0 | 448.630 | |||||
| Derivaten | 0 | -3.070 | 0 | 0 | -3.070 | |||||
| Overige beleggingen | 0 | 12.555 | 0 | 5.986 | 18.541 | |||||
| Stand per 31 december 2023 | 219.923 | 366.654 | 94.102 | 5.986 | 686.666 |
De posities uit hoofde van de derivaten betreft in 2023 alleen negatieve posities. Een toelichting over de derivatenposities is opgenomen in de paragraaf Risicobeheer.
2. Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Herverzekeringsdeel technische voorzieningen | 201 | |
| Totaal | 201 |
Vanuit een eerdere herverzekeringsovereenkomst worden vanuit Elipslife voor negen deelnemers uitkeringen ontvangen. De herverzekerde voorzieningen uit hoofde van deze overeenkomst bedroeg 201 per 31 december 2023.
De kredietwaardigheid van de herverzekeraar is dusdanig dat het bestuur van mening is dat een eventueel kredietrisico niet significant is en daardoor afwaardering voor het kredietrisico niet benodigd is.
3. Vorderingen en overlopende activa
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Nog te ontvangen collectieve waardeoverdrachten | 144 | |
| Nog te ontvangen premie | 50 | |
| Overige vorderingen en overlopende activa | 14 | |
| Totaal | 208 |
De vordering uit hoofde van waardeoverdracht betreft het nog te ontvangen liquidatiesaldo van Stichting Pensioenfonds AON Groep Nederland in liquidatie.
De nog te ontvangen premie betreft de voorlopige premieafrekening 2023.
De overige vorderingen bestaan uit de nog te ontvangen interest 2023 (12) en de voorlopige afrekening voor de administratiekostenvergoeding 2023 (2).
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
4. Overige activa
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Liquide middelen | 529 | |
| Totaal | 529 |
Pensioenkring Aon Groep Nederland heeft twee bankrekeningen, waarvan één met name wordt gebruikt voor de financiële verrekening met Stap. Stap betaalt de pensioenuitkeringen aan de pensioengerechtigden van Pensioenkring Aon Groep Nederland en betaalt een deel van de pensioenuitvoeringskosten aan crediteuren. De tweede bankrekening wordt gebruikt voor de verwerking van waardeoverdrachten klein pensioen.
De liquide middelen bij banken staan ter vrije beschikking van Pensioenkring Aon Groep Nederland.
De liquide middelen komen economisch toe aan Pensioenkring Aon Groep Nederland. Het juridisch eigendom ligt bij Stap.
PASSIVA
5. Algemene reserve Pensioenkring Aon Groep Nederland
| (bedragen x € 1.000) | 2023 | |
|---|---|---|
| Stand per 1 mei | 0 | |
| Bestemming saldo van baten en lasten boekjaar | 208.612 | |
| Stand per 31 december | 208.612 |
Dekkingsgraad, vermogenspositie en herstelplan
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Feitelijke dekkingsgraad | 143,6% | |
| Reële dekkingsgraad | 108,3% | |
| Beleidsdekkingsgraad | 143,1% |
De feitelijke dekkingsgraad van Pensioenkring Aon Groep Nederland wordt berekend door op de balansdatum het pensioenvermogen te delen door de technische voorzieningen zoals opgenomen in de balans.
De reële dekkingsgraad wordt berekend door de beleidsdekkingsgraad te delen door de grens voor Toekomst Bestendig Indexeren (TBI-grens) per 30 september 2023. De TBI-grens per 30 september van een jaar is bepalend voor het besluit of de volledige toeslag op basis van Toekomst Bestendig Indexeren kan worden toegekend.
De beleidsdekkingsgraad is gebaseerd op het rekenkundig gemiddelde van de dekkingsgraden over de laatste 12 maanden. Voor de bepaling van de beleidsdekkingsgraad zijn ook de dekkingsgraden van het 'oude' Stichting Pensioenfonds Aon Groep Nederland in liquidatie meegenomen. Bij de bepaling van de beleidsdekkingsgraad wordt steeds gebruik gemaakt van de meest actuele inschatting van de betreffende dekkingsgraden.
Voor het bepalen van het vereist eigen vermogen (de solvabiliteitstoets) maakt Pensioenkring Aon Groep Nederland gebruik van het standaardmodel. Het bestuur acht het gebruik van het standaardmodel passend voor de risico's van Pensioenkring Aon Groep Nederland. De uitkomsten van de solvabiliteitstoets zijn opgenomen in de paragraaf 'Risicobeheer'.
Op basis hiervan bedraagt het (minimaal) vereist eigen vermogen op 31 december:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Stichtingskapitaal en reserves | 208.612 | 43,6% | ||
| Minimaal vereist eigen vermogen | 19.151 | 4,0% | ||
| Vereist eigen vermogen | 76.511 | 16,0% |
Herstelplan
De pensioenkring hoeft geen herstelplan in te dienen omdat de beleidsdekkingsgraad per 31 december 2023 (143,1%) hoger ligt dan de vereiste dekkingsgraad per 31 december 2023 (116,0%).
Minimaal vereist vermogen
Indien de beleidsdekkingsgraad gedurende vijf achtereenvolgende jaren (6 peilmomenten) lager is dan het vermogen dat hoort bij het minimaal vereist vermogen, dienen de pensioenaanspraken en –rechten te worden gekort. Dit betreft de korting op basis van de Maatregel minimaal vereist eigen vermogen (de zogenoemde MVEV-korting). Het korten is hierbij onvoorwaardelijk, maar mag worden verdeeld over (maximaal) 10 jaar.
Ultimo 2023 is de beleidsdekkingsgraad (143,1%) hoger dan de dekkingsgraad die hoort bij het minimaal vereist vermogen (104,0%). De MVEV-korting is per 31 december 2023 voor Pensioenkring Aon Groep Nederland daarom niet aan de orde.
Statutaire regelingen voor de bestemming van het saldo van baten en lasten
Er zijn geen statutaire bepalingen voorde bestemming van het resultaat. Het positieve saldo van de staat van baten en lasten van 208.612 over het boekjaar wordt toegevoegd aan de algemene reserve van Pensioenkring Aon Groep Nederland.
6. Technische voorzieningen
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland | 477.990 | |
| Herverzekeringsdeel technische voorzieningen | 201 | |
| Totaal | 478.191 |
Voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland
| (bedragen x € 1.000) | 2023 | |
|---|---|---|
| Stand per 1 mei | 0 | |
| Pensioenopbouw | 4 | |
| Toeslagverlening | 0 | |
| Rentetoevoeging | 11.649 | |
| Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten | -13.317 | |
| Wijziging marktrente | 16.592 | |
| Wijziging actuariële grondslagen | 0 | |
| Wijziging uit hoofde overdracht van rechten | 464.324 | |
| Overige mutaties voorziening pensioenverplichting | -1.262 | |
| Stand per 31 december | 477.990 |
Pensioenopbouw
Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen. Verder is hierin begrepen het effect van de individuele salarisontwikkeling.
Toeslagverlening
Het toeslagbeleid van Pensioenkring Aon Groep Nederland is onvoorwaardelijk voor actieve deelnemers. Gedurende het deelnemerschap wordt aan deelnemers met een actief dienstverband uit deelnemersgroep 1 (deelnemers aan de voormalig eindloonregeling 2015) per 1 april van het betreffende jaar een toeslag verleend van 2%. Gedurende het deelnemerschap wordt aan deelnemers met een actief dienstverband uit deelnemersgroep 2 (deelnemers aan de pensioenregeling op basis van middelloon 2014) per 1 januari van het betreffende jaar een toeslag verleend die gelijk is aan de loonindex bij werkgever Aon Groep Nederland B.V.
Bij de pensioenkring is daarnaast sprake van voorwaardelijke toeslagverlening voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers op basis van de consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens. Deze toeslag kan niet meer bedragen dan 4% en kan niet negatief zijn.
Per eind 2023 is geen toeslag verleend aan zowel de actieve deelnemers als aan de pensioengerechtigden en gewezen deelnemers.
Rentetoevoeging
De pensioenverplichtingen zijn opgerent met 8/12e van 3,764% op basis van de éénjaarsrente van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur van april 2023.
Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten
Verwachte toekomstige pensioenuitkeringen worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder deze regel opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de verwachte pensioenuitkeringen in de verslagperiode.
Toekomstige pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De onder deze regel opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt voor de financiering van de verwachte pensioenuitvoeringskosten in de verslagperiode.
Wijziging marktrente
Jaarlijks wordt per 31 december de marktwaarde van de voorzieningen pensioenverplichtingen voor risico pensioenkring herrekend door toepassing van de actuele rentetermijnstructuur. Het effect van de verandering van de rentetermijnstructuur wordt verantwoord onder wijziging marktrente.
DNB heeft eind 2022 aangegeven dat de nieuwe UFR-methode, zoals geadviseerd door de Commissie Parameters 2022, per 1 januari 2023 wordt ingevoerd. Deze aanpassing had per 1 januari 2023 al plaatsgevonden bij Stichting Pensioenfonds Aon Groep Nederland in liquidatie. Het effect van de reguliere wijziging van de (markt)rente bedraagt 16.592.
| Rentepercentage per | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| 2,39% |
Wijziging actuariële grondslagen
Jaarlijks worden de actuariële grondslagen en/of methoden beoordeeld en mogelijk herzien voor de berekening van de actuele waarde van de pensioenverplichtingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van interne en externe actuariële deskundigheid. Dit betreft onder meer de vergelijking van de veronderstellingen voor sterfte, langleven en arbeidsongeschiktheid met werkelijke waarnemingen, zowel voor de gehele bevolking als voor de populatie van de pensioenkring.
Voor Pensioenkring Aon Groep Nederland hebben er na de start van de pensioenkring geen wijzigingen in de actuariële grondslagen plaatsgevonden. De laatste toetsing is eind 2021 uitgevoerd door SPAGN.
Wijziging uit hoofde overdracht van rechten
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Collectieve waardeoverdracht Stichting Pensioenfonds Aon Groep Nederland | 464.343 | |
| Toevoeging aan de technische voorzieningen | 6 | |
| Onttrekking aan de technische voorzieningen | -25 | |
| Totaal | 464.324 |
Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Resultaat op kanssystemen: | ||
| - Sterfte | -1.529 | |
| - Arbeidsongeschiktheid | 0 | |
| - Mutaties | 35 | |
| Overige technische grondslagen | 232 | |
| Totaal | -1.262 |
Onder sterfte is de afwijking tussen de werkelijke sterfte ten opzichte van de veronderstelde sterfte weergegeven.
Onder Overige is het effect voor de actualisatie van de kostenvoorziening in de voorziening pensioenverplichtingen opgenomen.
De voorziening pensioenverplichtingen, inclusief het herverzekerde deel van de technische voorzieningen is naar categorieën deelnemers als volgt samengesteld:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Voorziening | Aantallen | |||
| Actieven | 90.954 | 453 | ||
| Pensioengerechtigden | 243.190 | 1.111 | ||
| Gewezen | 133.439 | 1.400 | ||
| 467.583 | 2.964 | |||
| Overig | 10.608 | 0 | ||
| Voorziening pensioenverplichtingen | 478.191 | 2.964 |
'Overig' bestaat voornamelijk uit de reservering voor toekomstige uitvoeringskosten voor de uitvoering van de pensioenregeling.
Korte beschrijving pensioenregeling
Pensioenkring Aon Groep Nederland is een zogenoemde gesloten pensioenkring en voert een pensioenregeling voor arbeidsongeschikten, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden uit. De pensioenregeling is een voorwaardelijke middelloonregeling met voorwaardelijke toeslagen. De pensioenregeling heeft het karakter van een uitkeringsovereenkomst en kent verschillende pensioenaanspraken.
Er vindt geen actieve opbouw plaats met uitzondering van pensioenopbouw vanuit premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Bij arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw geheel of gedeeltelijk voortgezet, afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid.
Toeslagverlening
Het toeslagbeleid van Pensioenkring Aon Groep Nederland is onvoorwaardelijk voor actieve deelnemers. Gedurende het deelnemerschap wordt aan deelnemers met een actief dienstverband uit deelnemersgroep 1 (deelnemers aan de voormalig eindloonregeling 2015) per 1 april van het betreffende jaar een toeslag verleend van 2%. Gedurende het deelnemerschap wordt aan deelnemers met een actief dienstverband uit deelnemersgroep 2 (deelnemers aan de pensioenregeling op basis van middelloon 2014) per 1 januari van het betreffende jaar een toeslag verleend die gelijk is aan de loonindex bij werkgever Aon Groep Nederland B.V.
Bij de pensioenkring is daarnaast sprake van voorwaardelijke toeslagverlening voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers op basis van de consumentenprijsindex (CPI) voor alle huishoudens. Deze toeslag kan niet meer bedragen dan 4% en kan niet negatief zijn.
Per eind 2023 is geen toeslag verleend aan zowel de actieve deelnemers als aan de pensioengerechtigden en gewezen deelnemers.
Inhaaltoeslagen
Onder bepaalde omstandigheden kunnen inhaaltoeslagen worden toegekend. Inhaaltoeslagen zijn toeslagen die worden toegezegd, voor zover in het verleden niet voor 100% is geïndexeerd. Om inhaaltoeslagen te kunnen toekennen is een hoge dekkingsgraad vereist. Het bestuur van Pensioenkring Aon Groep Nederland geeft in haar financiële opstelling elk jaar een specificatie van het verschil tussen de volledige en de werkelijk toegekende toeslagen.
Voor de gewezen deelnemers en de pensioengerechtigden is deze specificatie in de volgende tabellen opgenomen.
Het bestuur kan besluiten om in het verleden niet toegekende toeslagen in te halen indien:
- die toeslagverlening geen nadelige gevolgen heeft voor de toeslagverlening in de toekomst,
- de beleidsdekkingsgraad het niveau van het vereist eigen vermogen, bedoeld in artikel 132 van de Pensioenwet, behoudt en
- in enig jaar ten hoogste een vijfde van het vermogen dat voor deze toeslagverlening beschikbaar is, wordt aangewend.
Het bestuur heeft in januari 2024 besloten om de maximale inhaaltoeslag te verlenen. Aan de pensioengerechtigden en gewezen deelnemers wordt per 1 januari 2024 een inhaaltoeslag verleend van maximaal 1,0375%. Omdat de besluitvorming over de inhaaltoeslag pas in 2024 heeft plaatsgevonden wordt het effect van deze toeslag pas in volgend boekjaar verantwoord.
| Gewezen deelnemers en pensioengerechtigden | Volledige toeslag- verlening |
Toegekende toeslagen |
Verschil | Cumulatief verschil (t.o.v. ambitie) |
||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 31 december 2023 | 0,00% | 0,00% | 0,00% | 1,27% |
Herverzekeringsdeel technische voorzieningen
Vanuit een eerdere herverzekeringsovereenkomst worden vanuit Elipslife voor negen deelnemers uitkeringen ontvangen. De herverzekerde voorzieningen uit hoofde van deze overeenkomst bedroeg 201 per 31 december 2023.
Mutatie overzicht herverzekeringsdeel technische voorzieningen
| (bedragen x € 1.000) | 2023 | |
|---|---|---|
| Stand per 1 januari | 0 | |
| Wijziging uit hoofde van overdracht van rechten | 208 | |
| Wijziging marktrente | 5 | |
| Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten | -17 | |
| Rentetoevoeging | 5 | |
| Totaal per 31 december | 201 |
7. Derivaten
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Derivaten | 3.070 | |
| Totaal | 3.070 |
Een uitgebreide toelichting op de derivatenposities is opgenomen in de paragraaf risicobeheer.
8. Overige schulden en overlopende passiva
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |
|---|---|---|
| Belastingen en premie sociale verzekeringen | 449 | |
| Overige schulden en overlopende passiva | 352 | |
| Totaal | 801 |
De post 'belastingen en premies sociale verzekering' betreft de nog af te dragen loonheffing aan Stap, die hoort bij de pensioenuitkeringen van december 2023. De betaling van de loonheffing aan de Belastingdienst wordt door Stap gedaan en aan de pensioenkring doorbelast. Deze afdracht heeft in januari 2024 plaatsgevonden.
De overige schulden en overlopende posten bestaan uit de overlopende kosten uit 2023 (213), een schuld met betrekking tot het weerstandsvermogen (79), de met Stap af te rekenen exploitatiekosten over het vierde kwartaal van 2023 (33), afrekening herverzekering (26), nog te betalen facturen (2) en terug te vorderen pensioenuitkeringen (-1).
Alle schulden hebben een resterende looptijd van korter dan één jaar.
Risicobeheer
Pensioenkring Aon Groep Nederland wordt bij het beheer van de pensioenverplichtingen en de financiering daarvan geconfronteerd met risico's. De belangrijkste doelstelling van Pensioenkring Aon Groep Nederland is het nakomen van de pensioentoezeggingen. Het solvabiliteitsrisico is daarmee het belangrijkste risico voor Pensioenkring Aon Groep Nederland.
Het risicobeleid is verwoord in de ABTN van Pensioenkring Aon Groep Nederland. Het bestuur beschikt over een aantal beleidsinstrumenten ten behoeve van het beheersen van de risico's. Deze beleidsinstrumenten betreffen:
- beleggingsbeleid;
- premiebeleid;
- verzekeringsbeleid;
- toeslagbeleid.
De keuze en toepassing van beleidsinstrumenten vindt plaats na uitvoerige analyses voor te verwachten ontwikkelingen van de verplichtingen en de financiële markten. Daarbij wordt onder meer gebruik gemaakt van de meest recent uitgevoerde Asset Liability Management-studie (ALM-Studie) en (aanvangs)haalbaarheidstoets(en). Ook het financieel crisisplan, dat jaarlijks door het bestuur wordt getoetst en waar nodig aangepast aan de actualiteit, is verwerkt in de onderstaande toelichting op de risico's, het risicobeleid en de ingezette beheersmaatregelen/afdekkinginstrumenten.
De uitkomsten van deze analyses vinden hun weerslag in jaarlijks door het bestuur vast te stellen beleggingsrichtlijnen als basis voor het uit te voeren beleggingsbeleid. De beleggingsrichtlijnen geven normen en limieten aan waarbinnen de uitvoering van het beleggingsbeleid door de vermogensbeheerders moet plaatsvinden. Deze uitgangspunten zijn vastgelegd in mandaatovereenkomsten met de vermogensbeheerders.
Solvabiliteitsrisico's
Het belangrijkste risico voor Pensioenkring Aon Groep Nederland betreft het solvabiliteitsrisico, ofwel het risico dat Pensioenkring Aon Groep Nederland niet beschikt over voldoende vermogen ter dekking van de pensioenverplichtingen. De solvabiliteit wordt gemeten op basis van zowel algemeen geldende normen als specifieke normen die door de toezichthouder worden opgelegd.
Indien de solvabiliteit van Pensioenkring Aon Groep Nederland zich negatief ontwikkelt, bestaat het risico dat Pensioenkring Aon Groep Nederland de premie voor de onderneming en deelnemers moet verhogen en het risico dat geen ruimte beschikbaar is voor een eventuele toeslagverlening op de pensioenaanspraken en -rechten. In het uiterste geval kan het noodzakelijk zijn dat Pensioenkring Aon Groep Nederland verworven pensioenaanspraken en -rechten moet verminderen.
De aanwezige dekkingsgraad heeft zich als volgt ontwikkeld:
| Ontwikkeling dekkingsgraad | 2023 | |
|---|---|---|
| Dekkingsgraad per 1 mei* | 100,0% | |
| Premie | 0,0% | |
| Uitkeringen | 0,0% | |
| Toeslagverlening | 0,0% | |
| Wijziging rentetermijnstructuur voorziening pensioenverplichtingen | -3,4% | |
| Beleggingsrendementen (excl. renteafdekking) | 6,2% | |
| Wijziging actuariële grondslagen | 0,0% | |
| Wijziging uit hoofde overdracht van rechten | 41,8% | |
| Kanssystemen | 0,3% | |
| Overige (incidentele) mutaties | 0,0% | |
| Kruiseffecten | -1,3% | |
| Dekkingsgraad per 31 december | 143,6% |
Om het solvabiliteitsrisico te beheersen dient Pensioenkring Aon Groep Nederland buffers in het vermogen aan te houden. De omvang van deze buffers (buffers plus de pensioenverplichtingen heten samen het vereist vermogen) wordt vastgesteld met de door DNB voorgeschreven solvabiliteitstoets (S-toets). Deze toets bevat een kwantificering van de bestuursvisie op de pensioenkring specifieke restrisico's (na afdekking).
De bepaling van de procentuele effecten van de diverse resultaatbronnen op de dekkingsgraad zijn conform de richtlijnen van DNB alle uitgedrukt ten opzichte van de dekkingsgraad primo jaar. Dit zorgt ervoor dat de optelling van dekkingsgraad primo jaar plus alle afzonderlijke procentuele effecten niet leidt tot de dekkingsgraad ultimo jaar. Het verschil tussen deze twee wordt verantwoord onder de noemer kruiseffecten; in het algemeen geldt dat deze post groter wordt naarmate de uitschieters in de afzonderlijke resultaatcomponenten groter worden.
De berekening van het vereist eigen vermogen en het hieruit voortvloeiende tekort aan het einde van het boekjaar is als volgt:
| Vereist Eigen Vemogen | 2023 | |
|---|---|---|
| S1 Renterisico | 3,7% | |
| S2 Risico zakelijke waarden | 11,3% | |
| S3 Valutarisico | 2,5% | |
| S4 Grondstoffenrisico | 0,0% | |
| S5 Kredietrisico | 3,7% | |
| S6 Verzekeringstechnische risico | 3,0% | |
| S7 Liquiditeitsrisico | 0,0% | |
| S8 Concentratierisico | 0,0% | |
| S9 Operationeel risico | 0,0% | |
| S10 Actief beheerrisico | 0,6% | |
| Diversificatie-effect | -8,8% | |
| Totaal | 16,0% |
| (bedragen x € 1.000) | 2023 | |
|---|---|---|
| Vereist pensioenvermogen | 554.702 | |
| Voorziening pensioenverplichtingen -/- | 478.191 | |
| Vereist eigen vermogen | 76.511 | |
| Aanwezig pensioenvermogen (totaal activa -/- schulden) | 208.612 | |
| Tekort | 132.101 |
De buffers zijn berekend op basis van het standaard model, waarbij voor de samenstelling van de beleggingen wordt uitgegaan van de strategische beleggingsmix in de evenwichtssituatie. Het surplus wordt bepaald op basis de vermogensstand ultimo 2023. De beleidsdekkingsgraad (143,1%) is per 31 december 2023 hoger dan de dekkingsgraad op basis van het vereist vermogen (116,0%).
Beleggingsrisico
De belangrijkste beleggingsrisico's betreffen het markt-, krediet- en liquiditeitsrisico. Het marktrisico is uit te splitsen in renterisico, valutarisico en prijs(koers)risico. Marktrisico wordt gelopen op de verschillende beleggingsmarkten waarin Pensioenkring Aon Groep Nederland op basis van het vastgestelde beleggingsbeleid actief is. De beheersing van het risico is geïntegreerd in het beleggingsproces. Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid kunnen zich voorts risico's manifesteren uit hoofde van de geselecteerde managers en bewaarbedrijven (zogeheten manager- en custody risico), en de juridische bepalingen omtrent gebruikte instrumenten en de uitvoeringsovereenkomsten (juridisch risico).
Het marktrisico wordt beheerst doordat met de vermogensbeheerder specifieke mandaten zijn afgesproken, die in overeenstemming zijn met de beleidskaders en richtlijnen zoals deze zijn vastgesteld door het bestuur. Het bestuur monitort de mate van naleving van deze mandaten. De marktposities worden periodiek gerapporteerd.
Renterisico (S1)
Pensioenkring Aon Groep Nederland loopt renterisico over de verplichtingen, omdat de verplichtingen in waarde veranderen als gevolg van mutaties in de marktrente. Maatstaf voor het meten van rentegevoeligheid is de duration. De duration is de gewogen gemiddelde resterende looptijd in jaren. Met de duration kan worden berekend in hoeverre de waarde van een portefeuille of van de verplichtingen verandert met een verandering in de rente van één basispunt (0,01%). Als de waardeverandering van de portefeuille met vastrentende waarden wordt afgezet tegen de waarde verandering van de verplichtingen, dan wordt hiermee de afdekking van het renterisico bedoeld.
De duration en het effect van de afdekking van het renterisico kan als volgt worden samengevat:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Waarde | Duration | |||
| Vastrentende waarden (exclusief derivaten) | 9,3 | |||
| Vastrentende waarden (inclusief derivaten) | 9,8 | |||
| (nominale) Pensioenverplichtingen | 478.191 | 14,1 |
Het percentage afdekking van het renterisico van 61,2% leidt ertoe dat de duration van de vastrentende waarden na afdekking van het renterisico stijgt met 0,5, naar 9,8.
De samenstelling van de vastrentende waarden naar looptijd is als volgt:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd < 1 jaar | 10.940 | 2,4% | ||
| Resterende looptijd > 1 < 5 jaar | 55.700 | 12,4% | ||
| Resterende looptijd > 5 < 10 jaar | 102.657 | 22,9% | ||
| Resterende looptijd > 10 < 20 jaar | 177.264 | 39,5% | ||
| Resterende looptijd > 20 jaar | 102.069 | 22,8% | ||
| Totaal | 448.630 | 100,0% |
De presentatie van de vastrentende waarden naar bovenstaande looptijden hangt samen met het lange termijn karakter van de investeringen van Pensioenkring Aon Groep Nederland en het hiermee samenhangende beleid. Ter vergelijking zijn resterende de looptijden van de pensioenverplichtingen (inclusief herverzekerd deel) in onderstaand overzicht weergegeven:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Resterende looptijd < 5 jaar | 102.334 | 21,4% | ||
| Resterende looptijd > 5 < 10 jaar | 95.364 | 19,9% | ||
| Resterende looptijd > 10 < 20 jaar | 150.242 | 31,5% | ||
| Resterende looptijd > 20 jaar | 130.251 | 27,2% | ||
| Totaal | 478.191 | 100,0% |
Risico zakelijke waarden (S2)
Prijsrisico is het risico als gevolg van het blootstaan aan wijzigingen in marktprijzen van verhandelbare financiële instrumenten. Voor Pensioenkring Aon Groep Nederland heeft dit risico betrekking op de portefeuille met zakelijke waarden.
De portefeuille met zakelijke waarden bestaat uit aandelen en voor een beperkt deel uit onroerend goed. Hierbij vinden de beleggingen in aandelen wereldwijd plaats. Door de spreiding binnen de portefeuille (diversificatie) wordt het prijsrisico gedempt en de spreiding is daarmee één van de belangrijkste mitigerende beheersmaatregelen. Daarnaast is de ALM-studie een belangrijk beheersingsinstrument om vast te stellen of gekozen portefeuille met zakelijke waarden voldoet aan de gewenste afweging van risico versus rendement.
Valutarisico (S3)
Voor alle beleggingscategorieën wordt een actief valutabeleid gevoerd. Uitgangspositie is een gedeeltelijke afdekking van de Amerikaanse dollar, het Britse pond en de Japanse yen.
Het totaalbedrag dat ultimo jaar in euro's is belegd, bedraagt vóór afdekking 436.982 ofwel 63,8% en na afdekking 615.281 ofwel 89,6%.
Per einde boekjaar is de waarde van de uitstaande valutatermijncontracten 1.688. Deze worden niet door de pensioenkring zelf afgedekt, maar via de beleggingsfondsen waarbinnen wordt afgedekt.
De valutapositie per 31 december 2023 is vóór en na afdekking door valutaderivaten als volgt weer te geven:
| 31-12-2023 | ||||||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal voor afdekking | Valutaderivaten afdekking | Netto positie na afdekking |
||||
| EUR | 436.982 | 178.299 | 615.281 | |||
| GBP | 15.006 | -15.589 | -583 | |||
| JPY | 7.765 | -7.668 | 97 | |||
| USD | 156.764 | -153.186 | 3.578 | |||
| Overige | 68.461 | -168 | 68.293 | |||
| Totaal niet EUR | 247.996 | -176.611 | 71.385 | |||
| Totaal | 684.978 | 1.688 | 686.666 |
Prijsrisico
Prijsrisico is het risico als gevolg van het blootstaan aan wijzigingen in marktprijzen van verhandelbare financiële instrumenten. Voor Pensioenkring Aon Groep Nederland heeft dit risico betrekking op de portefeuille met zakelijke waarden.
Het prijsrisico wordt gemitigeerd door diversificatie en dat is onder meer vastgelegd in de strategische beleggingsmix van Pensioenkring Aon Groep Nederland. In aanvulling hierop maakt Pensioenkring Aon Groep Nederland voor de afdekking van het prijsrisico gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten).
De segmentatie van de totale beleggingsportefeuille naar regio is, op look through basis, als volgt:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Europa | 443.923 | 64,7% | ||
| Noord-Amerika | 129.110 | 18,8% | ||
| Zuid-Amerika | 30.524 | 4,4% | ||
| Azië-Pacific | 60.763 | 8,8% | ||
| Afrika | 6.875 | 1,0% | ||
| Gemixt | 0 | 0,0% | ||
| Subtotaal vastgoed, aandelen en vastrentende waarden | 671.195 | 97,7% | ||
| Derivaten | -3.070 | -0,4% | ||
| Overige beleggingen | 18.541 | 2,7% | ||
| Totaal | 686.666 | 100,0% |
De segmentatie van de totale beleggingsportefeuille naar sectoren is, op look through basis, als volgt:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Energie | 12.756 | 1,9% | ||
| Bouw- en grondstoffen | 8.267 | 1,2% | ||
| Industrie | 34.397 | 5,0% | ||
| Duurzame Consumentengoederen | 35.324 | 5,1% | ||
| Consumentengebruiksgoederen | 23.338 | 3,4% | ||
| Gezondheidszorg | 29.157 | 4,2% | ||
| Informatietechnologie | 52.281 | 7,6% | ||
| Telecommunicatie | 22.364 | 3,3% | ||
| Nutsbedrijven | 7.948 | 1,2% | ||
| Overheid en overheidsinstellingen | 258.227 | 37,6% | ||
| Hypotheken | 92.316 | 13,4% | ||
| Financiële instellingen | 76.686 | 11,2% | ||
| Vastgoed | 4.281 | 0,6% | ||
| Liquiditeiten | 10.394 | 1,5% | ||
| Overige | 3.459 | 0,5% | ||
| Subtotaal vastgoed, aandelen en vastrentende waarden | 671.195 | 97,7% | ||
| Derivaten | -3.070 | -0,4% | ||
| Overige beleggingen | 18.541 | 2,7% | ||
| Totaal | 686.666 | 100,0% |
Kredietrisico (S5)
Kredietrisico is het risico van financiële verliezen voor Pensioenkring Aon Groep Nederland als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop Pensioenkring Aon Groep Nederland (potentiële) vorderingen heeft. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan partijen die obligatieleningen uitgeven, banken waar deposito's worden geplaatst, marktpartijen waarmee Over The Counter (OTC)-derivatenposities worden aangegaan en aan bijvoorbeeld verzekeraars.
Een voor beleggingsactiviteiten specifiek onderdeel van kredietrisico is het settlementrisico. Dit heeft betrekking op het risico dat partijen waarmee Pensioenkring Aon Groep Nederland transacties is aangegaan niet meer in staat zijn hun tegenprestatie te verrichten waardoor Pensioenkring Aon Groep Nederland financiële verliezen lijdt.
Pensioenkring Aon Groep Nederland heeft voor vastrentende waarden een 'categorieën'-beleid opgesteld voor het kredietrisico. De fiduciair beheerder monitort de uitvoering van dit beleid op dagbasis.
Het kredietrisico (S5) in de berekening van het Vereist Eigen Vermogen is een samenloop van allocatie en kredietwaardigheid (rating) van beleggingen.
Er is geen minimum- of target rating bepaald voor staatsobligatieleningen. Er wordt echter gewerkt met een landenverdeling als percentage van de portefeuille met discretionaire nominale staatsobligaties. De volgende landen zijn toegestaan, met achtereenvolgens de bijbehorende percentages voor het minimum, neutraal en maximum gewicht:
| Land | Minimum gewicht | Neutraal | Maximum gewicht | |||
|---|---|---|---|---|---|---|
| Duitsland | 57,0% | 60,0% | 63,0% | |||
| Nederland | 25,6% | 28,6% | 31,6% | |||
| Oostenrijk | 6,0% | 7,0% | 8,0% | |||
| Finland | 3,4% | 4,4% | 5,4% |
Voor de beleggingen in bedrijfsobligaties wordt het kredietrisico middels restricties op de minimale krediet rating van de portefeuille beheerst. Voor de hypothekenportefeuille worden eisen gesteld met betrekking tot de maximale Loan-to-Value (LtV) ratio en minimale percentage van hypotheken met staatsgarantie (NHG).
Ultimo 2023 voldeed Pensioenkring Aon Groep Nederland aan het opgestelde voor de beheersing van het kredietrisico binnen vastrentende waarden categorieën. Het resultaat hiervan is opgenomen in de verschillende onderstaande overzichten met segmentatie naar regio, bedrijfstak en creditrating.
De samenstelling van de vastrentende waarden naar regio's kan, op look through basis, als volgt worden samengevat:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Europa | 378.879 | 84,5% | ||
| Noord-Amerika | 28.476 | 6,3% | ||
| Zuid-Amerika | 23.935 | 5,3% | ||
| Azie-Pacific | 11.501 | 2,6% | ||
| Afrika | 5.839 | 1,3% | ||
| Totaal | 448.630 | 100,0% |
De samenstelling van de vastrentende waarden naar sectoren is, op look through basis, als volgt:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Energie | 5.987 | 1,3% | ||
| Bouw- en grondstoffen | 198 | 0,0% | ||
| Industrie | 13.096 | 2,9% | ||
| Duurzame Consumentengoederen | 9.585 | 2,1% | ||
| Consumentengebruiksgoederen | 5.373 | 1,2% | ||
| Gezondheidszorg | 3.133 | 0,7% | ||
| Informatietechnologie | 2.691 | 0,6% | ||
| Telecommunicatie | 8.108 | 1,8% | ||
| Nutsbedrijven | 5.011 | 1,1% | ||
| Overheid en overheidsinstellingen | 258.228 | 57,7% | ||
| Financiele instellingen | 38.157 | 8,5% | ||
| Hypotheken | 92.316 | 20,6% | ||
| Liquiditeiten | 5.281 | 1,2% | ||
| Overige | 1.466 | 0,3% | ||
| Totaal | 448.630 | 100,0% |
Een kredietrating wordt toegekend door een ratingbureau. De drie belangrijkste ratingbureaus zijn Standard & Poor’s, Moody's en Fitch.
Indien er meerdere ratings beschikbaar zijn, hanteert de pensioenkring de volgende methodiek:
- Drie ratings: de mediaan is leidend
- Twee ratings: de laagste rating is leidend
Op het moment dat er geen rating beschikbaar is dan zal er een gefundeerde inschatting van de rating worden gemaakt die overeenkomt met het kredietrisico van de desbetreffende obligatie.
De samenvatting van de vastrentende waarden op basis van de ratings zoals eind 2023 gepubliceerd is als volgt:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| AAA | 226.836 | 50,7% | ||
| AA | 93.906 | 20,9% | ||
| A | 26.911 | 6,0% | ||
| BBB | 48.358 | 10,8% | ||
| BB | 24.075 | 5,4% | ||
| B | 12.216 | 2,7% | ||
| CCC | 4.606 | 1,0% | ||
| CC | 2.419 | 0,5% | ||
| C | 906 | 0,2% | ||
| D | 1.896 | 0,4% | ||
| Geen rating | 6.501 | 1,4% | ||
| Totaal | 448.630 | 100,0% |
Verzekeringstechnische risico's (actuariële risico's, S6)
Het verzekeringstechnisch risico is het risico dat voortvloeit uit mogelijke afwijkingen van actuariële inschattingen die worden gebruikt voor de vaststelling van de technische voorzieningen en de hoogte van de premie. De belangrijkste actuariële risico's zijn de risico's van langleven, overlijden (kortleven), arbeidsongeschiktheid en het toeslagrisico.
Langlevenrisico
Het langlevenrisico is het belangrijkste verzekeringstechnische risico. Langlevenrisico is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld wordt bij de bepaling van de technische voorzieningen. Als gevolg hiervan volstaat de opbouw van het pensioenvermogen niet voor de uitkering van de pensioenverplichting. Door toepassing van prognosetafels met een adequaat vastgestelde ervaringssterfte is het langlevenrisico nagenoeg geheel verdisconteerd in de waardering van de pensioenverplichtingen.
Overlijdensrisico
Het overlijdensrisico betreft het risico dat Pensioenkring Aon Groep Nederland in geval van overlijden mogelijk een nabestaandenpensioen moet toekennen, waarvoor door Pensioenkring Aon Groep Nederland geen (volledige) voorzieningen zijn getroffen. Dit risico kan worden uitgedrukt in risicokapitalen.
Arbeidsongeschiktheidsrisico
Het arbeidsongeschiktheidsrisico betreft het risico dat Pensioenkring Aon Groep Nederland voorzieningen moet treffen voor premievrijstelling bij invaliditeit en het toekennen van een arbeidsongeschiktheidspensioen ('schadereserve'). Voor dit risico wordt jaarlijks een risicopremie in rekening gebracht. Het verschil tussen de risicopremie en de werkelijke kosten wordt verwerkt via het resultaat. De actuariële uitgangspunten voor de risicopremie worden periodiek herzien.
Voor Pensioenkring Aon Groep Nederland is het arbeidsongeschiktheidsrisico vanwege de beperkte omvang van het deelnemersbestand adequaat herverzekerd. Het risico bij arbeidsongeschiktheid is herverzekerd bij Elipslife.
Toeslagrisico
Het toeslagrisico omvat het risico dat de ambitie van het bestuur om toeslagen op pensioen toe te kennen in relatie tot de algemene prijsontwikkeling niet kan worden gerealiseerd. De mate waarin dit kan worden gerealiseerd is afhankelijk van de ontwikkelingen in de rente, beleggingsrendementen, looninflatie en demografie (beleggings- en actuariële resultaten) en van de hoogte van de dekkingsgraad van Pensioenkring Aon Groep Nederland. Uitdrukkelijk wordt opgemerkt dat de toeslagverlening voorwaardelijk is.
De zogenoemde reële dekkingsgraad geeft inzicht in de mate waarin toeslagen kunnen worden toegekend (ook wel aangeduid als de toeslagruimte). Voor het bepalen van de reële dekkingsgraad worden onvoorwaardelijke nominale pensioenverplichtingen verdisconteerd tegen een reële, in plaats van nominale, rentetermijnstructuur. Omdat er op dit moment geen markt voor financiële instrumenten aanwezig is waaruit de reële rentetermijnstructuur kan worden afgeleid, wordt gebruik gemaakt van een benaderingswijze. Ultimo 2023 bedraagt de reële dekkingsgraad 108,3%.
Pensioenkring Aon Groep Nederland heeft deze risico's verwerkt in de buffer voor het verzekeringstechnisch risico ultimo 2023.
Liquiditeitsrisico (S7)
Liquiditeitsrisico is het risico dat beleggingen niet tijdig en/of niet tegen een aanvaardbare prijs kunnen worden omgezet in liquide middelen, waardoor Pensioenkring Aon Groep Nederland op korte termijn niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Waar de overige risicocomponenten vooral de langere termijn betreffen (solvabiliteit), gaat het hierbij om de kortere termijn. Dit risico kan worden beheerst door in het strategische en tactische beleggingsbeleid voldoende ruimte aan te houden voor de liquiditeitsposities. Er moet eveneens rekening worden gehouden met de directe beleggingsopbrengsten en andere inkomsten.
Concentratierisico (S8)
Concentraties kunnen ertoe leiden dat Pensioenkring Aon Groep Nederland bij grote veranderingen in bijvoorbeeld de waardering (marktrisico) of de financiële positie van een tegenpartij (kredietrisico) grote (veelal financiële) gevolgen hiervan ondervindt. Concentratierisico's kunnen optreden bij een concentratie in de beleggingsportefeuille in producten, regio's of landen, economische sectoren of tegenpartijen. Naast concentraties in de beleggingsportefeuille kan ook sprake zijn van concentraties in de verplichtingen en de uitvoering.
Om concentratierisico's in de beleggingsportefeuille te beheersen maakt het bestuur gebruik van diversificatie en limieten voor beleggen in landen, regio's, landen, sectoren en tegenpartijen. Deze uitgangspunten zijn door Pensioenkring Aon Groep Nederland vastgesteld op basis van de ALM-studie. De uitgangspunten zijn vastgelegd in de contractuele afspraken met de vermogensbeheerders en het bestuur monitort op kwartaalbasis de naleving hiervan.
De spreiding in de portefeuille met vastrentende waarden is weergegeven in de tabel die is opgenomen bij de toelichting op het kredietrisico. Grote posten kunnen een post van concentratierisico zijn. Om te bepalen welke posten dit betreft worden per beleggingscategorie alle instrumenten met dezelfde debiteur opgeteld. Als grote post wordt aangemerkt elke post die meer dan 2% van het balanstotaal uitmaakt.
Ultimo 2023 zijn de volgende vastrentende waarde beleggingen met meer dan 2% van het balanstotaal aanwezig:
| (bedragen x € 1.000) | 31-12-2023 | |||
|---|---|---|---|---|
| Duitse staatsobligaties | 134.562 | 19,5% | ||
| Nederlandse staatsobligaties | 64.169 | 9,3% | ||
| Oostenrijkse staatsobligaties | 15.216 | 2,2% | ||
| Totaal | 213.947 | 31,0% |
De totale waarde van de beleggingen in het MM Dutch Mortgage Fund bedraagt 81.170 en is meer dan 2% van het balanstotaal. De beleggingen zijn uiteindelijk verspreid over meerdere beleggingsfondsen.
Operationeel risico (S9)
Operationeel risico is het risico van een onjuiste afwikkeling van transacties, fouten in de verwerking van gegevens, het verloren gaan van informatie, fraude en dergelijke. Deze risico's worden door Pensioenkring Aon Groep Nederland beheerst door het stellen van hoge kwaliteitseisen aan de organisaties die bij de uitvoering betrokken zijn.
Het bestuur zorgt voor een zodanige vormgeving van de uitbesteding dat de aansluiting tussen de (informatie over) de uitbestede processen en de overige bedrijfsprocessen altijd gewaarborgd is. En dat tevens dat de verantwoordelijkheid van het bestuur voor de organisatie, uitvoering en beheersing van de uitbestede werkzaamheden en het toezicht daarop niet worden ondermijnd en in lijn is met het uitbestedingsbeleid.
Het bestuur zorgt voor voldoende waarborgen om volledig in control te kunnen zijn. Deze waarborgen behelzen onder andere het schriftelijk vastleggen van alle gemaakte afspraken en het verkrijgen van uitgebreide management informatie met een schriftelijke verantwoording over de uitvoering door de uitvoerder aan het bestuur.
De pensioenuitvoering is uitbesteed aan TKP. Met TKP is een uitbestedingsovereenkomst en een service level agreement (SLA) gesloten. Het fiduciair beheer is uitbesteed aan Aegon AM en hiervoor is eveneens een uitbestedingsovereenkomst en een SLA overeengekomen.
Het bestuur beoordeelt jaarlijks de kwaliteit van de uitvoering door middel van performancerapportages (alleen vermogensbeheerders), SLA-rapportages, het In Control Statement en onafhankelijk getoetste interne beheersingsrapportages (ISAE 3402 rapportages). Pensioenkring Aon Groep Nederland valt onder de reikwijdte van de ISAE 3402 controle bij Aegon AM en TKP, waardoor op deze rapportage gesteund kan worden. Voor Stap laat TKP jaarlijks een aparte ISAE 3402 rapportage opstellen. Het bestuursbureau van Stap beoordeelt deze ISAE 3402 rapportages jaarlijks en bespreekt de uitkomsten van de analyse met het bestuur van Stap.
Aangezien hiermee sprake is van een adequate beheersing van de operationele risico's worden hiervoor door Pensioenkring Aon Groep Nederland hiervoor geen buffers aangehouden in de solvabiliteitstoets.
Actief risico (S10)
Een actief beleggingsrisico ontstaat wanneer met het beleggingsbeleid binnen de beleggingscategorieën afgeweken wordt van het beleid volgens de benchmark. Een maatstaf voor de mate waarin actief wordt belegd is de zogenoemde 'tracking error'. De tracking error geeft aan hoe groot de afwijkingen van het rendement kunnen zijn ten opzichte van het benchmarkrendement. Hoe hoger de tracking error, hoe hoger het actief risico.
Bij Pensioenkring Aon Groep Nederland bedraagt de tracking error per eind december 0,81% op pensioenkringniveau. Het actief risico is in de berekening van het vereist eigen vermogen opgenomen als S10. S10 heeft een omvang van twee maal de tracking error van de portefeuille (97,5% zekerheid). Er is verondersteld dat het actief risico niet samenhangt met de andere risicofactoren.
Systeemrisico
Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van Pensioenkring Aon Groep Nederland niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor Pensioenkring Aon Groep Nederland niet beheersbaar. Het systeemrisico maakt geen onderdeel uit van de door DNB voorgeschreven solvabiliteitstoets.
Derivaten
Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid wordt gebruik gemaakt van financiële derivaten. De hoofdregel die hierbij geldt, is dat derivaten uitsluitend worden gebruikt voor zover dit passend is binnen het beleggingsbeleid van Pensioenkring Aon Groep Nederland. Derivaten worden hoofdzakelijk gebruikt om de hiervoor vermelde vormen van marktrisico zo veel mogelijk af te dekken.
Derivaten hebben als voornaamste risico het kredietrisico. Dit risico wordt beperkt door alleen transacties aan te gaan met goed te boek staande partijen en door zoveel mogelijk te werken met onderpand.
Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van onder meer de volgende instrumenten:
- Futures: dit zijn standaard beursgenoteerde instrumenten waarmee snel posities kunnen worden gewijzigd. Futures worden gebruikt voor het tactische beleggingsbeleid. Tactisch beleggingsbeleid is slechts zeer beperkt mogelijk binnen de grenzen van het strategische beleggingsbeleid.
- Valutatermijncontracten: dit zijn met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het verkopen van een valuta en de aankoop van een andere valuta, tegen een vooraf vastgestelde prijs en op een vooraf vastgestelde datum. Door middel van valutatermijncontracten worden valutarisico's afgedekt.
- Swaps: dit betreft met individuele banken afgesloten contracten waarbij de verplichting wordt aangegaan tot het uitwisselen van rentebetalingen over een nominale hoofdsom. Door middel van swaps kan Pensioenkring Aon Groep Nederland de rentegevoeligheid van de portefeuille beïnvloeden.
Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de derivatenposities op 31 december 2023:
| (bedragen x € 1.000) Type contract |
Maximum looptijd | Contract-omvang | Saldo waarde |
Positieve waarde | Negatieve waarde | |||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Rentederivaten | 7 april 2062 | 9.500 | -3.070 | 0 | -3.070 | |||||
| Totaal | 9.500 | -3.070 | 0 | -3.070 |
Ultimo 2023 zijn er geen zekerheden ontvangen voor de derivatenpositie en voor 2.919 zekerheden gesteld. Dit is niet in de balans verwerkt.
19.6 Niet in de balans opgenomen verplichtingen
Langlopende contractuele verplichtingen
Bij de Akte van Overdracht tussen Stichting Pensioenfonds Aon Groep Nederland in liquidatie en Stap is een Uitvoeringsovereenkomst overeengekomen. De Uitvoeringsovereenkomst heeft een looptijd voor onbepaalde tijd. Deze overeenkomst kan vanaf 1 januari 2026 en/of in het kader van de Wet toekomst pensioenen worden beëindigd met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden in geval van een omzetting van pensioenaanspraken en pensioenrechten in gegarandeerde pensioenaanspraken en gegarandeerde pensioenrechten met een gegarandeerde indexatie die niet binnen het fonds plaatsvindt. Vanaf 1 januari 2028 kan de overeenkomst door elk van de partijen worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. Hierbij zijn afspraken gemaakt over de kosten die in mindering worden gebracht op het vermogen. De kosten per jaar waarvoor een langlopende verplichting geldt zijn, kosten vermogensbeheer (2023: 414), uitvoeringskosten pensioenbeheer (2023: 351) en exploitatiekosten (2023: 89).
Zolang Pensioenkring Aon Groep Nederland is aangesloten bij Stap, is Pensioenkring Aon Groep Nederland continu gehouden het benodigd weerstandsvermogen beschikbaar te stellen aan Stap.
Investeringsverplichtingen
Pensioenkring Aon Groep Nederland heeft ultimo 2023 geen investeringsverplichtingen.
Verbonden partijen
Identiteit van verbonden partijen
Er is sprake van een relatie tussen het bestuur van Stap en Pensioenkring Aon Groep Nederland.
Transacties met (voormalige) bestuurders
Behoudens de betaling van vaste bestuursvergoedingen (en overeengekomen premies) vinden er geen andere transacties tussen de verbonden partijen plaats. Er zijn geen leningen verstrekt aan, noch is er sprake van vorderingen op, (voormalige) bestuurders. De bestuurders van Stap hebben geen pensioenaanspraken of –rechten in de pensioenregeling van Pensioenkring Aon Groep Nederland.
19.7 Toelichting op de staat van baten en lasten
9. Premiebijdragen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|
|---|---|---|
| Pensioenpremie huidig jaar | 599 | |
| Totaal | 599 |
De pensioenkring is gesloten omdat er geen sprake is van reguliere opbouw van pensioenaanspraken. Op grond van de uitvoeringsovereenkomst betaalt de werkgever jaarlijks de werkelijke uitvoeringskosten van de pensioenkring en een kostendekkende premie ter financiering van de onvoorwaardelijke toeslagkoopsommen en een risicopremie voor overlijden voor actieve deelnemers. Dit geldt voor zowel deelnemersgroep 1 (deelnemers aan de voormalig eindloonregeling 2015) als 2 (deelnemers aan de pensioenregeling op basis van middelloon 2014).
Omdat de premie ter financiering van de onvoorwaardelijke toeslagkoopsommen voor actieve deelnemers voor 2023 al verwerkt is in de financiële opstelling van Stichting Pensioenfonds Aon Groep Nederland in liquidatie, is deze niet meer in het boekjaar bij Stap verwerkt. In het boekjaar is bij Stap dus alleen de premie ter dekking van directe uitvoeringskosten en de risicopremie voor overlijden opgenomen.
De feitelijke premie is bij de pensioenkring gelijk aan de zuiver kostendekkende premie.
De kostendekkende premie is de benodigde premie voor voorwaardelijke toezeggingen gebaseerd op ambitie en inschattingen. Pensioenkring Aon Groep Nederland maakt geen gebruik van de mogelijkheid om de kostendekkende premie te dempen. Pensioenkring Aon Groep Nederland voldoet aan de eis dat de feitelijke premie minimaal gelijk moet zijn aan de gedempte kostendekkende premie. De kostendekkende en de feitelijke premie zijn als volgt:
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|
|---|---|---|
| Kostendekkende premie | 599 | |
| Feitelijke premie | 599 | |
| Gedempte premie | 0 |
De aan het boekjaar toe te rekenen feitelijke premie is als bate in de staat van baten en lasten verantwoord.
De samenstelling van de feitelijk premie en de kostendekkende premie is als volgt:
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|
|---|---|---|
| Risicopremie partner- en wezenpensioen | 4 | |
| Vergoeding uitvoeringskosten | 595 | |
| Totaal | 599 |
De kostendekkende premie is gelijk aan de feitelijke premie. De pensioenkring voldoet hiermee aan de wettelijke eisen.
10. Beleggingsresultaten risico Pensioenkring Aon Groep Nederland
| (bedragen x € 1.000) | Directe beleggings- opbrengsten |
Indirecte beleggings- opbrengsten |
Kosten vermogens-beheer | Totaal | ||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| 2023 | ||||||||
| Aandelen | 0 | 20.863 | -80 | 20.783 | ||||
| Vastrentende waarden | 3.401 | 18.269 | -205 | 21.465 | ||||
| Derivaten | -174 | 309 | 0 | 135 | ||||
| Overige beleggingen | 226 | 155 | 0 | 381 | ||||
| Kosten vermogensbeheer | - | - | -190 | -190 | ||||
| Totaal | 3.453 | 39.596 | -475 | 42.574 | ||||
| Mutatie weerstandsvermogen | -1.344 | |||||||
| 41.230 |
De kosten vermogensbeheer omvatten de kosten die door de vermogensbeheerder direct in rekening zijn gebracht. Daarnaast wordt in het kader van de Aanbevelingen Uitvoeringskosten van de Pensioenfederatie een deel van de totale pensioenuitvoeringskosten toegerekend aan vermogensbeheer.
De transactiekosten van het vermogensbeheer zijn inbegrepen in de indirecte beleggingsopbrengsten. Dit geldt ook voor de kosten vermogensbeheer die binnen de beleggingsinstellingen worden verrekend.
De mutatie van het weerstandsvermogen, het bedrag dat in 2023 is afgedragen aan Stap bedraagt 1.344 en is in mindering gebracht op het totale beleggingsresultaat na aftrek van kosten.
11. Baten uit herverzekering
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|
|---|---|---|
| Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen | 201 | |
| Totaal | 201 |
12. Overige baten
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|
|---|---|---|
| Interest baten op liquiditeiten | 26 | |
| Totaal | 26 |
13. Pensioenuitkeringen
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|
|---|---|---|
| Ouderdomspensioen | 10.534 | |
| Partnerpensioen | 2.673 | |
| Wezenpensioen | 34 | |
| Arbeidsongeschiktheidspensioen | 159 | |
| Afkopen | 15 | |
| Totaal | 13.415 |
14. Pensioenuitvoeringskosten
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|
|---|---|---|
| Administratiekostenvergoeding | 364 | |
| Exploitatiekosten | 211 | |
| Dwangsommen en boetes | 0 | |
| Overige kosten | 20 | |
| Algemene kosten toegerekend aan kosten vermogensbeheer | -67 | |
| Totaal | 528 |
De administratiekostenvergoeding bestaat, naast de kosten die voortvloeien uit de uitbestedingsovereenkomst met TKP voor Pensioenkring Aon Groep Nederland (351), uit kosten voor meerwerk activiteiten vanuit wet- en regelgeving en aanvullende dienstverlening (13).
De exploitatiekosten betreffen kosten die vanuit de pensioenkring worden betaald aan Stap voor governance (211). Deze kosten bestaan uit een vaste vergoeding voor Stap, kosten voor de werkzaamheden door de externe accountant en de certificerend actuaris, kosten voor de actuariële functie, kosten voor het toezicht door AFM en DNB, kosten voor de Pensioenfederatie, kosten die samenhangen met voorbereidende werkzaamheden voor de Wtp en kosten van het belanghebbendenorgaan. Een deel (30%) van de exploitatiekosten wordt toegerekend aan de kosten vermogensbeheer.
Onder overige kosten zijn bankkosten, kosten voor communicatie-uitingen en kosten voor de aanvangshaalbaarheidstoets opgenomen.
Aantal personeelsleden
Bij Pensioenkring Aon Groep Nederland zijn geen werknemers in dienst. De werkzaamheden worden verricht door het bestuursbureau Stap. De hieraan verbonden kosten zijn voor rekening van Stap.
15. Mutatie voorziening pensioenverplichtingen voor risico Pensioenkring Aon Groep Nederland
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|
|---|---|---|
| Pensioenopbouw | 4 | |
| Toeslagverlening | 0 | |
| Rentetoevoeging | 11.649 | |
| Onttrekking voor pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten | -13.317 | |
| Wijziging marktrente | 16.592 | |
| Wijziging actuariële grondslagen | 0 | |
| Wijziging uit hoofde overdracht van rechten | 464.324 | |
| Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen | -1.262 | |
| Totaal | 477.990 |
16. Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|
|---|---|---|
| Mutatie herverzekeringsdeel technische voorzieningen | 201 | |
| Totaal | 201 |
17. Saldo herverzekering
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|
|---|---|---|
| Premie herverzekeringen | 0 | |
| Uitkeringen uit hoofde van herverzekeringen | -143 | |
| Totaal | -143 |
18. Saldo overdrachten van rechten
| (bedragen x € 1.000) | 1-5-2023 t/m 31-12-2023 |
|
|---|---|---|
| Inkomende collectieve waardeoverdrachten | -658.555 | |
| Inkomende WOD KP | 0 | |
| Inkomende waardeoverdrachten | -14 | |
| Uitgaande waardeoverdrachten | 22 | |
| Totaal | -658.547 |
19.8 Gebeurtenissen na balansdatum
Toeslagverlening
Aan de actieve deelnemers uit deelnemersgroep 1 is een toeslag verleend van 2% per 1 april 2024 en aan de actieve deelnemers uit deelnemersgroep 2 een toeslag van 1% per 1 januari 2024.
De beleidsdekkingsgraad van de pensioenkring is in 2023 zodanig gestegen dat een inhaaltoeslag kan worden verleend om in het verleden gemiste toeslagen te compenseren. De grens voor toekomstbestendig indexeren (TBI-grens) bedraagt 138,7%. De beleidsdekkingsgraad is hoger dan de TBI-grens en daardoor kan de pensioenkring eerder gemiste toeslagen inhalen. Het bestuur heeft in januari 2024 besloten om de maximale inhaaltoeslag te verlenen. Aan de pensioengerechtigden en gewezen deelnemers wordt per 1 januari 2024 een inhaaltoeslag verleend van maximaal 1,03753%.
Omdat de besluitvorming over de toeslagen per 1 januari 2024 (toeslag voor actieven uit deelnemersgroep 2 en inhaaltoeslag voor pensioengerechtigden en gewezen deelnemers) en 1 april 2024 (toeslag voor actieven uit deelnemersgroep 1) pas in 2024 heeft plaatsgevonden is de toeslagverlening niet verwerkt in de financiële opstelling van Pensioenkring Aon Groep Nederland, maar wordt dit verwerkt in 2024.
Stichting Algemeen Pensioenfonds Stap
Het bestuur
Huub Popping
Danielle Melis
Fred Ooms
Marga Schaap